Bij veel zeugenbedrijven is de eerste week na het spenen cruciaal. Hoe komen we deze periode zo goed mogelijk door?
Probeer een zo hoog mogelijke voeropname van de biggen in de kraamstal te realiseren. Begin hiermee in de biggenstal, voer hier hetzelfde voer wat de biggen ook in de kraamstal krijgen.
Leg de biggen zo veel mogelijk uniform bij elkaar in 3 groepen. De zwaarste biggen bij elkaar, een ’tussengroep’ en als laatste een groep lichte biggen.
Waarom is uniformiteit van de biggen zo belangrijk?
- De zwaarste biggen hebben veel moedermelk op en nemen minder brok op. Hierdoor zijn de darmen minder getraind en komt zijn deze biggen vatbaarder voor coli.
- De ’tussengroep’ heeft een goede opname van zowel de moedermelk als de brok. Hier is het risico op coli dus minder.
- De lichtste biggen krijgen vaak de minste hoeveelheid moedermelk, maar nemen wel veel brok op. De darmen van deze groep biggen zijn hierdoor beter getraind en daarom zijn deze biggen minder vatbaar voor coli.
Als de eerste week na het spenen voorbij is, komt het volgende gevaar alweer naar voren: streptokokken. Wij van Startix hebben 3 verschillende voerlijnen (safe, optimaal en groei) om het juiste voer op uw bedrijf in te zetten.
- Safe: als uw bedrijf gevoelig is voor coli en streptokokken.
- Optimaal: als het op dit moment rustig op het bedrijf is, maar in het verleden coli en streptokokken zich wel eens hebben afgespeeld.
- Groei: als uw bedrijf de hierboven genoemde criteria niet kent.
Startix komt graag met u in contact om eens te bespreken welke voerlijn bij uw bedrijf past!